Vertaling van piste

Inhoud:

Nederlands
Engels
piste {zn.}
ring 
piste [m] (de ~), skipiste [m] (de ~) {zn.}
tally
run
arena [v], kampplaats, krijt, piste, strijdperk {zn.}
ring 
arena
een plas doen, piesen, pissen, urineren, plassen {ww.}
to piss
to pee
to urinate 

ik piste
jij piste
hij/zij/het piste

I pissed
you pissed
he/she/it pissed
» meer vervoegingen van to piss

wielerbaan [m] (de ~), piste, velodroom [m] (de/het ~) {zn.}
track
running
regenen, majemen, piesen, pissen {ww.}
to rain
to rain down

ik piste
jij piste
hij/zij/het piste

I rained
you rained
he/she/it rained
» meer vervoegingen van to rain

Gaat het morgen regenen?
Will it rain tomorrow?
Het gaat regenen.
It's going to rain.
piesen, pissen, sassen, urineren, wateren, plassen, zeiken {ww.}
to wee
to wee-wee
to take a leak
to urinate
to relieve oneself
to spend a penny
to piss
to puddle
to pee-pee
to piddle
to pee
to pass water
to micturate
to make water
to make

ik piste
jij piste
hij/zij/het piste

I urinated
you urinated
he/she/it urinated
» meer vervoegingen van to urinate

Ik moet nodig plassen en kan geen wc vinden.
I'm bursting for a wee and I can't find a washroom.


Gerelateerd aan piste

skipiste - arena - kampplaats - krijt - strijdperk - een plas doen - piesen - pissen - urineren - plassen - wielerbaan - velodroom - regenen - majemen - sassenbaan - vallen - afvoeren