Vertaling van plagen

Inhoud:

Nederlands
Engels
plagen {ww.}
to tease 

wij plagen
jullie plagen
zij plagen

we tease
you tease
they tease
» meer vervoegingen van to tease

plagen, pesten {ww.}
to bully
to badger
to annoy
to pester

wij plagen
jullie plagen
zij plagen

we bully
you bully
they bully
» meer vervoegingen van to bully

plagen, teisteren {zn.}
plague 
afflict
plagen {ww.}
to tease
to twit
to tantalize
to taunt
to ride
to tantalise
to razz
to rally
to rag
to cod
to bait

wij plagen
jullie plagen
zij plagen

we tease
you tease
they tease
» meer vervoegingen van to tease

plaag (mv. plagen) {zn.}
calamity
scourge 
plague 
plaag (mv. plagen) {zn.}
infestation
geselen, martelen, pijnigen, teisteren, tormenteren, kwellen, plagen, afknijpen {ww.}
to excruciate
to torment
to torture

wij plagen
jullie plagen
zij plagen

we excruciate
you excruciate
they excruciate
» meer vervoegingen van to excruciate

plaag [m] (de ~) {zn.}
plague
plaaggeest [m] (de ~), kwelduivel [m] (de ~), kwelgeest, pestkop [m] (de ~), plaagal, plaagstok, sar, treiteraar, zuiger [m] (de ~), plaag [m] (de ~) {zn.}
yobbo
yobo
tough
yob
ruffian
rowdy
roughneck
hooligan
bully
plaag [m] (de ~) {zn.}
swarm
cloud
gesel [m] (de ~), hel [m] (de ~), inferno, plaag [m] (de ~), pest [m] (de ~), verschrikking [v] (de ~) {zn.}
plague