Vertaling van praalziek
Inhoud:
Nederlands
Engels
praalziek, pronkerig, pronkziek {bn.}
showy
opschepperig, blufferig, dikdoenerig, grootsprakerig, grootsprakig, opsnijderig, pocherig, praalziek {bn.}
blustering
blusterous
blustery
blusterous
blustery