Vertaling van provinciaal

Inhoud:

Nederlands
Engels
gewestelijk, provinciaal {bn.}
provincial
provinciaal {zn.}
peasant
provincial
bucolic
provinciaal {zn.}
countrywoman
plattelander, boer, buitenman, buitenmens, klei-os, landman, provinciaal [m] (de ~) {zn.}
countrywoman
dorps, huisbakken, kleinsteeds, provinciaal, enggeestig, geborneerd, kleinzielig, pietluttig {bn.}
minute
narrow