Vertaling van puppy

Inhoud:

Nederlands
Engels
hondje, pup, puppy {zn.}
puppy 
pup 
Haar puppy is schoon.
Her puppy is clean.
Mijn puppy is gestorven, en ik ben vreselijk onthutst.
My puppy died, and I'm terribly upset.
pup [m] (de/het ~), hondejong, hondenjong, puppy {zn.}
puppy


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Haar puppy is schoon.

Her puppy is clean.

Mijn puppy is gestorven, en ik ben vreselijk onthutst.

My puppy died, and I'm terribly upset.


Gerelateerd aan puppy

hondje - pup - hondejong - hondenjonghond - jonkie