Vertaling van rechts-

Inhoud:

Nederlands
Engels
juridisch, rechts-, rechtskundig {bn.}
law 
juridical
legal 
rechter-, rechts, vandehands {bn.}
right 
right-hand
aan de rechterkant, aan de rechterzijde, rechts {bw.}
on the right
rechtshandig, rechts {bn.}
dextral
conservatief [m] (de ~), rechts [o] (het ~) {zn.}
conservativist
conservative
rechts {bn.}
right-wing
rightist
rechts {bn.}
proper
right


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Rechts houden.

Keep to the right.

De bibliotheek is naar rechts.

The library is to the right.

Draai naar rechts aan de volgende hoek.

Turn right at the next corner.

In de meeste europese landen moeten auto's rechts rijden.

In most of the countries in Europe, cars have to keep to the right.