Vertaling van rechtspraak

Inhoud:

Nederlands
Engels
jurisdictie [v], rechtsgebied, rechtsmacht, rechtspraak {zn.}
jurisdiction
rechtspraak [m] (de ~), berechting [v] (de ~), judicatuur, justitie, recht, gericht [o] (het ~) {zn.}
law practice


Gerelateerd aan rechtspraak

jurisdictie - rechtsgebied - rechtsmacht - berechting - judicatuur - justitie - recht - gerichtbezigheid