Vertaling van refuteren
Inhoud:
Nederlands
Engels
weerleggen, omverhalen, omverwerpen, ontzenuwen, refuteren, wegpraten, wegredeneren {ww.}
to refute
to rebut
to rebut
wij refuteren
jullie refuteren
zij refuteren
we refute
you refute
they refute
» meer vervoegingen van to refute
De getuigen konden de valse verklaring van de verdachte weerleggen.
The witnesses were able to refute the false testimony of the suspect.