Vertaling van regulier

Inhoud:

Nederlands
Engels
regulier, gewoon, normaal {bn.}
normal
ordelijk, regulier {bn.}
tidy 
kloosterlijk, claustraal, monachaal, monastiek, regulier {bn.}
monkish
ordesgeestelijke, ordegeestelijke, regulier {zn.}
orderly
hospital attendant


Gerelateerd aan regulier

gewoon - normaal - ordelijk - kloosterlijk - claustraal - monachaal - monastiek - ordesgeestelijke - ordegeestelijkegeestelijke