Vertaling van reiziger
Inhoud:
Nederlands
Engels
reiziger {zn.}
traveller
traveler
traveler
De reiziger bereikte uiteindelijk zijn bestemming.
The traveler reached his destination at last.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Ik ben geen echte reiziger.
I am not much of a traveller.
De reiziger bereikte uiteindelijk zijn bestemming.
The traveler reached his destination at last.