Vertaling van rekenen tot

Inhoud:

Nederlands
Engels
aanrekenen, rekenen tot {ww.}
to reckon
to impute
to include
to count 

wij rekenen aan
jullie rekenen aan
zij rekenen aan

we reckon
you reckon
they reckon
» meer vervoegingen van to reckon

cijferen, rekenen {ww.}
to figure 

wij rekenen
jullie rekenen
zij rekenen

we figure
you figure
they figure
» meer vervoegingen van to figure

calculeren, rekenen, berekenen, tellen, uitrekenen {ww.}
to count 
to add up
to calculate 
to tally
to reckon
to number 
to account 
to work out
to figure 

wij rekenen
jullie rekenen
zij rekenen

we count
you count
they count
» meer vervoegingen van to count

Hij kan niet tellen.
He can't count.
Mijn zoon kan al tot honderd tellen.
My son can already count up to one hundred.
eisen, opeisen, rekenen, vereisen, vergen, voorschrijven, vorderen {ww.}
to require 
to assert
to mandate 
to exact 
to dictate
to claim 
to charge 
to postulate
to demand 

wij rekenen
jullie rekenen
zij rekenen

we require
you require
they require
» meer vervoegingen van to require

Industriële landen vereisen veel behendige arbeid.
Industrial countries require a lot of skilled labor.
afrekenen {ww.}
to square up
to discharge
to settle 

wij rekenen af
jullie rekenen af
zij rekenen af

we discharge
you discharge
they discharge
» meer vervoegingen van to discharge

aanhouden, arresteren, inrekenen, in verzekerde bewaring nemen {ww.}
to nick
to apprehend
to detain 
to arrest

wij rekenen in
jullie rekenen in
zij rekenen in

we nick
you nick
they nick
» meer vervoegingen van to nick

aanrekenen, toedichten, toeschrijven, toerekenen, wijten {ww.}
to attribute 
to ascribe
to hold against
to impute
to blame 

wij rekenen aan
jullie rekenen aan
zij rekenen aan

we attribute
you attribute
they attribute
» meer vervoegingen van to attribute