Vertaling van reëel
Inhoud:
Nederlands
Engels
werkelijk, bestaand, eigenlijk, existent, feitelijk, fysiek, waarachtig, effectief, natuurlijk, reëel {bn.}
existent
real
real
pragmatisch, praktisch, prozaïsch, koel, nuchter, realistisch, reëel, zakelijk {bn.}
reasonable
sensible
sensible