Vertaling van rij
Inhoud:
Nederlands
Engels
rij {zn.}
line
course
course
Vorm een rij die één meter ver is van de rij voor jou.
Form a line one meter away from the one in front of you.
beurt , file , rij , gelid, reeks, toerbeurt {zn.}
Hij was in de rij.
He was in the queue.
Wie is aan de beurt?
Whose turn is it?
rijen {ww.}
to set out
to lay out
to range
to array
to lay out
to range
to array
ik rij
I range
» meer vervoegingen van to range
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Rij langzaam.
Drive slowly.
Hij was in de rij.
He was in the queue.
Vorm een rij die één meter ver is van de rij voor jou.
Form a line one meter away from the one in front of you.
Mensen stonden urenlang in de rij voor de signeersessie van de populaire popgroep.
People stood in queue for hours for the autograph session of the popular pop group.