Vertaling van ronddelen
Inhoud:
Nederlands
Engels
ronddelen, rondgeven, uitdelen, uitreiken, verdelen {ww.}
ik zal ronddelen
jij zult ronddelen
hij/zij/het zal ronddelen
I will deal
you will deal
he/she/it will deal
» meer vervoegingen van to deal
Ik zal er aan elk drie uitdelen.
I'll deal out three to each.
ronddelen, rondgeven {ww.}
to pass on
to distribute
to pass around
to circulate
to distribute
to pass around
to circulate
ik zal ronddelen
jij zult ronddelen
hij/zij/het zal ronddelen
I will distribute
you will distribute
he/she/it will distribute
» meer vervoegingen van to distribute