Vertaling van rood
redness
redness
carmine
cerise
cherry
cherry-red
crimson
red
reddish
ruby
ruby-red
ruddy
scarlet
socialistic
Voorbeelden in zinsverband
Alle appels zijn rood.
All apples are red.
Haar wangen waren rood.
Her cheeks were red.
Kersen zijn rood.
Cherries are red.
Zijn gezicht werd rood.
Her face turned red.
Heb je een rood potlood?
Do you have a red pencil?
Mijn nieuwe jurk is rood.
My new dress is red.
Haar gezicht werd plotseling rood.
Her face suddenly turned red.
Ze droeg een rood badpak.
She was wearing a red bathing suit.
Mijn favoriete kleur is rood.
My favorite color is red.
Deze appel is erg rood.
This apple is very red.
Mary eet geen rood vlees.
Mary doesn't eat red meat.
Hij heeft zijn fiets rood geschilderd.
He painted his bicycle red.
Waarom heb je de bank rood geschilderd?
Why did you paint the bank red?
Waarom heb je de bank rood geschilderd?
Why did you paint the couch red?
Rood en blauw - welke verkies jij?
Red and blue - which one do you like?