Vertaling van sacherijn

Inhoud:

Nederlands
Engels
slechtgehumeurd, brommerig, chagrijnig, gallig, gemelijk, humeurig, knorrig, mopperig, narrig, sikkeneurig, slechtgeluimd, slechtgemutst, buiig, ongenietbaar, chagrijn [o] (het ~), sacherijn {bn.}
moody
temperamental
azijnpisser, galbak, zuurpruim [m] (de ~), kniezer, kribbebijter, kribbenbijter, sacherijn, chagrijn [m] (de ~) {zn.}
crabby person
crab