Vertaling van samenkomen

Inhoud:

Nederlands
Engels
samenkomen, samenrotten, samenscholen, zich groeperen {ww.}
to assemble 
to form a group

ik zal samenkomen
jij zult samenkomen
hij/zij/het zal samenkomen

I will assemble
you will assemble
he/she/it will assemble
» meer vervoegingen van to assemble

samenkomen, verenigen, verzamelen, bijeenkomen {ww.}
to meet
to get together

ik zal samenkomen
jij zult samenkomen
hij/zij/het zal samenkomen

I will meet
you will meet
he/she/it will meet
» meer vervoegingen van to meet

Laten we overmorgen samenkomen.
Let's meet the day after tomorrow.
convergeren, samenkomen, samenlopen {ww.}
to converge

ik zal samenkomen
jij zult samenkomen
hij/zij/het zal samenkomen

I will converge
you will converge
he/she/it will converge
» meer vervoegingen van to converge

bijeenkomen, samenkomen, vergaderen {ww.}
to meet 
to convene
to congregate
to gather
to assemble 

ik zal samenkomen
jij zult samenkomen
hij/zij/het zal samenkomen

I will meet
you will meet
he/she/it will meet
» meer vervoegingen van to meet



Gerelateerd aan samenkomen

samenrotten - samenscholen - zich groeperen - verenigen - verzamelen - bijeenkomen - convergeren - samenlopen - vergaderenarriveren