Vertaling van schaamte

Inhoud:

Nederlands
Engels
beschaamdheid [v], schaamte, schande {zn.}
shame 
abashment
disgrace 
Ze bloosde van schaamte.
She blushed with shame.
Zijn wangen brandden van schaamte.
His cheeks were burning with shame.
schaamte [v] (de ~), gêne [m] (de ~), schaamtegevoel [o] (het ~) {zn.}
shame


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ze bloosde van schaamte.

She blushed with shame.

Zijn wangen brandden van schaamte.

His cheeks were burning with shame.

"Ik heb wat geld nodig," zei Dima met schaamte in zijn stem.

"I need some money," Dima said, with a tone of embarrassment.


Gerelateerd aan schaamte

beschaamdheid - schande - gêne - schaamtegevoelonbehagen