Vertaling van schaft
Inhoud:
Nederlands
Engels
schafttijd , schaft , schoft {zn.}
suspension
pause
intermission
interruption
break
pause
intermission
interruption
break
schacht , schaft {zn.}
shaft
schaften {ww.}
to eat
ik schaft
jij schaft
hij/zij/het schaft
I eat
you eat
he/she/it eats
» meer vervoegingen van to eat
verschaffen, fourneren, schaffen, toereiken, verstrekken, leveren {ww.}
to supply
to provide
to render
to furnish
to provide
to render
to furnish
jij schaft
hij/zij/het schaft
you supply
he/she/it supplies
» meer vervoegingen van to supply