Vertaling van scheer
Inhoud:
Nederlands
Engels
rotseilandje , scheer {zn.}
islet
scheren {ww.}
to skim
Ik moet me scheren.
I need to shave.
Ik moet mij scheren voor mijn vertrek.
I've got to shave before leaving.
ik scheer
I warp
» meer vervoegingen van to warp
ik scheer
I clip
» meer vervoegingen van to clip
scheren {ww.}
to trim
to prune
to snip
to lop
to dress
to cut back
to crop
to clip
to prune
to snip
to lop
to dress
to cut back
to crop
to clip
ik scheer
I trim
» meer vervoegingen van to trim
scheren {ww.}
to shave
afzetten, aderlaten, bezwendelen, kaalplukken, plukken, scheren, snijden, tillen, pluimen, uitkleden, flessen {ww.}
to soak
to surcharge
to plume
to rob
to pluck
to overcharge
to hook
to gazump
to fleece
to surcharge
to plume
to rob
to pluck
to overcharge
to hook
to gazump
to fleece
ik scheer
I plume
» meer vervoegingen van to plume
scheren {ww.}
to go around
to spread
to circulate
to spread
to circulate
ik scheer
I spread
» meer vervoegingen van to spread
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Scheer je weg!
Piss off!
Ik scheer me elke morgen.
I shave every morning.