Vertaling van schepen

Inhoud:

Nederlands
Engels
schepen, wethouder {zn.}
sheriff
alderman
schepen [m] (de ~) {zn.}
alderman
schip [o] (het ~), kiel {zn.}
ship
Schip ahoi!
Ship ahoy!
Het schip zinkt!
The ship is sinking.
schip [o] (het ~), kerkschip {zn.}
nave


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ze brachten tien vijandelijke schepen tot zinken.

They sank ten enemy ships.

Drie schepen werden door koningin Isabella aan Columbus gegeven.

Three ships were given to him by the queen.

Moderne schepen hebben maar een kleine bemanning nodig.

Modern ships only need a small crew.


Gerelateerd aan schepen

wethouder - schip - kiel - kerkschipbestuurder - vaartuig - log - achterschip - scheepsbel - kiel - boordradio - voorschip - wand - cabine - steven