Vertaling van scheren

Inhoud:

Nederlands
Engels
scheren {ww.}
to skim
scheren {ww.}
to shave 
Ik moet me scheren.
I need to shave.
Ik moet mij scheren voor mijn vertrek.
I've got to shave before leaving.
scheren {ww.}
to warp 

wij scheren
jullie scheren
zij scheren

we warp
you warp
they warp
» meer vervoegingen van to warp

scheren {ww.}
to trim
to prune
to snip
to lop
to dress
to cut back
to crop
to clip

wij scheren
jullie scheren
zij scheren

we trim
you trim
they trim
» meer vervoegingen van to trim

scheren {ww.}
to shave
scheren {ww.}
to go around
to spread
to circulate

wij scheren
jullie scheren
zij scheren

we spread
you spread
they spread
» meer vervoegingen van to spread

knippen, scheren, snoeien {ww.}
to cut 
to shear 
to clip 

wij scheren
jullie scheren
zij scheren

we cut
you cut
they cut
» meer vervoegingen van to cut

Knippen, wassen en drogen alstublieft.
Cut, wash and dry, please.
Deze scharen knippen niet goed.
These scissors do not cut well.
afzetten, aderlaten, bezwendelen, kaalplukken, plukken, scheren, snijden, tillen, pluimen, uitkleden, flessen {ww.}
to soak
to surcharge
to plume
to rob
to pluck
to overcharge
to hook
to gazump
to fleece

wij scheren
jullie scheren
zij scheren

we plume
you plume
they plume
» meer vervoegingen van to plume



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik moet me scheren.

I need to shave.

Ik moet mij scheren voor mijn vertrek.

I've got to shave before leaving.

Vader is zich aan het scheren in de badkamer.

Dad is shaving in the bathroom.


Gerelateerd aan scheren

knippen - snoeien - afzetten - aderlaten - bezwendelen - kaalplukken - plukken - snijden - tillen - pluimen - uitkleden - flessenspannen - snellen - bedriegen