Vertaling van scherpte

Inhoud:

Nederlands
Engels
scherpte, felheid [v], guurheid [v], schelheid [v], scherpheid [v], schrilheid [v] {zn.}
acuteness
keenness
poignancy
harshness 
acuity
acrimony
sharpness 
scherpte {zn.}
sharpness
distinctness
scherpte {zn.}
sharpness
distinctness
scherpte [v] (de ~) {zn.}
sharpness
distinctness
scherpte {zn.}
sharpness
asperity
vernuft [o] (het ~), luciditeit, schranderheid, spitsheid (de ~), scherpzinnigheid [v] (de ~), felheid [v], guurheid [v], schelheid [v], scherpheid [v], schrilheid [v], scherpte {zn.}
acuteness
keenness
poignancy
harshness 
acuity
acrimony
sharpness 
aviditeit, happigheid, felheid [v], guurheid [v], schelheid [v], scherpheid [v], schrilheid [v], scherpte {zn.}
smartness
alacrity
briskness
poignancy
harshness 
acuity
acrimony
sharpness 
scherpte {zn.}
sharpness
keenness
aanzetten, slijpen, scherpen, wetten {ww.}
to sharpen 
to whet
to quicken

ik scherpte
jij scherpte
hij/zij/het scherpte

I whetted
you whetted
he/she/it whetted
» meer vervoegingen van to whet

aanpunten, bijpunten, scherpen, punten {ww.}
to point
to sharpen
to taper

ik scherpte
jij scherpte
hij/zij/het scherpte

I pointed
you pointed
he/she/it pointed
» meer vervoegingen van to point

scherpen {ww.}
to sharpen

ik scherpte