Vertaling van schipper
Inhoud:
Nederlands
Engels
schipper {zn.}
skipper
captain
captain
schipper , schippersvrouw {zn.}
bargeman
lighterman
bargee
lighterman
bargee
Hij werd kapitein gemaakt.
He was made captain.
Ze kozen Peter als kapitein.
They chose Peter as captain.
schipperen, transigeren {ww.}
to compromise
ik schipper
I compromise
» meer vervoegingen van to compromise
schipperen, laveren, navigeren, transigeren {ww.}
to give and take