Vertaling van schort

Inhoud:

Nederlands
Engels
boezelaar [m], schort, sloof, voorschoot {zn.}
apron 
schort [m] (de/het ~), schoot [m] (de ~) {zn.}
apron
schorten, missen, ontbreken, mankeren {ww.}
to miss
to lack

ik schort
jij schort
hij/zij/het schort

I miss
you miss
he/she/it misses
» meer vervoegingen van to miss

Ik zal u allemaal missen.
I will miss you all.
Je vrienden zullen je missen.
Your friends will miss you.


Gerelateerd aan schort

boezelaar - sloof - voorschoot - schoot - schorten - missen - ontbreken - mankerenkledingstuk