Vertaling van schuld

Inhoud:

Nederlands
Engels
schuld {zn.}
obligation
debt 
schuld {zn.}
fault 
blame 
guilt 
Het is niet mijn schuld!
It's not my fault!
Het was zijn eigen schuld.
It was his own fault.
schuld [m] (de ~) {zn.}
guiltiness
guilt
schuldigheid, schuld [m] (de ~) {zn.}
blame
rap
Geef haar er niet de schuld van.
Don't blame it on her.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Het was zijn eigen schuld.

It was his own fault.

Het is niet mijn schuld!

It's not my fault!

Geef haar er niet de schuld van.

Don't blame it on her.

Sorry. Het is allemaal mijn schuld.

Sorry. It's all my fault.

De manager zei dat het jouw schuld was.

The manager said it was your fault.

Een slechte schrijnwerker geeft de schuld aan zijn gereedschap.

A bad workman blames his tools.

Hij gaf mij de schuld van het ongeluk.

He blamed the accident on me.

Het was zijn schuld niet, want hij deed zijn best.

It was not his fault, for he did his best.

Het is jouw schuld dat ik mijn eetlust kwijt ben.

Thanks to you I've lost my appetite.


Gerelateerd aan schuld

schuldigheidbedrag - verantwoordelijkheid - termijn