Vertaling van shirt

Inhoud:

Nederlands
Engels
overhemd [o], shirt {zn.}
shirt 
Ik heb mijn overhemd gewassen.
I washed my shirt.
Ik heb mijn overhemd gewassen.
I washed my shirt clean.
shirt [o] (het ~) {zn.}
shirt
Dit shirt moet gestreken worden.
The shirt needs pressing.
Tom trok zijn shirt uit.
Tom took his shirt off.
jersey, tricot [o] (het ~), shirt, sportshirt {zn.}
shirt
jersey
Wil je dit shirt hebben?
Do you want this shirt?
Ik heb een groen shirt.
I have a green shirt.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Tom trok zijn shirt uit.

Tom took his shirt off.

Wil je dit shirt hebben?

Do you want this shirt?

Ik heb een groen shirt.

I have a green shirt.

Dit shirt moet gestreken worden.

The shirt needs pressing.

Het is maar tien graden, en hij loopt in een T-shirt buiten. Ik krijg het al koud als ik naar hem kijk.

It's just ten degrees, and he is walking around outside in a T-shirt. I get cold from just looking at him.


Gerelateerd aan shirt

overhemd - jersey - tricot - sportshirtoverhemd - weefsel