Vertaling van slacht

Inhoud:

Nederlands
Engels
slachting [v], slacht {zn.}
slaughter 
slaughtering
slacht [m] (de ~) {zn.}
slaughter
slachten, afslachten {ww.}
to slaughter 
to butcher 

ik slacht
jij slacht
hij/zij/het slacht

I butcher
you butcher
he/she/it butchers
» meer vervoegingen van to butcher

Slachten is het beste medicijn.
Slaughter is the best medicine.


Gerelateerd aan slacht

slachting - slachten - afslachtendoding