Vertaling van sleutel
spanner
word
watchword
parole
countersign
Voorbeelden in zinsverband
Hier is mijn sleutel.
Here is my key.
Geeft u me de sleutel.
Give me the key.
Ik heb mijn sleutel verloren.
I have lost my key.
Ik ben de sleutel kwijt.
I have lost the key.
Hij zocht naar de sleutel.
He looked for the key.
Ik heb mijn sleutel verloren.
I lost my key.
John haalde een sleutel uit zijn zak.
John took a key from his pocket.
Waar heb je die sleutel gevonden?
Where was it that you found this key?
Ik wil Tom mijn sleutel niet geven.
I don't want to give Tom my key.
Geef me de sleutel van dit slot!
Give me the key to this castle!
Ik ben een slot zonder een sleutel.
I'm a lock without a key.
Je bent je sleutel aan het zoeken.
You are looking for your key.
Geef me de sleutel van dit slot!
Give me the key to this lock!
Heeft Tom een sleutel van Marys woning?
Does Tom have a key to Mary's flat?
Kan ik nu de sleutel hebben?
Can I have the key now, please?