Vertaling van smokkel

Inhoud:

Nederlands
Engels
smokkel [m] (de ~), sluikhandel [m] (de ~), sluikinvoer, smokkelhandel {zn.}
smuggling
smokkel [m] (de ~) {zn.}
smuggling
smokkelen {ww.}
to smuggle
beetnemen, smokkelen, verlakken {ww.}
to take in
smokkelen {ww.}
to chisel
to cheat

ik smokkel

I chisel
» meer vervoegingen van to chisel

afkijken, smokkelen, spieken {ww.}
to plagiarise
to plagiarize
to lift

ik smokkel

I plagiarize
» meer vervoegingen van to plagiarize

smokkelen {ww.}
to smuggle