Vertaling van snel
ik snel
I run
» meer vervoegingen van to run
ik snel
I run
» meer vervoegingen van to run
voguish
to rush along
to speed
to race
to rush
to hotfoot
to pelt along
to hie
to hasten
to cannonball along
to bucket along
to belt along
ik snel
I speed
» meer vervoegingen van to speed
Voorbeelden in zinsverband
Kom snel!
Come quick!
Hij kan snel zwemmen.
He can swim fast.
Kom snel terug.
Come back soon.
Zij verbrandt snel.
Her skin burns easily.
Je zal snel wenen.
You'll be crying before long.
Spreek ik te snel?
Am I talking too fast?
Deze auto is snel.
This car is fast.
Tom was snel.
Tom was quick.
Hoe snel ze loopt!
How fast she is running!
Je rijdt te snel.
You're driving too fast.
Ze is echt snel.
She's really quick.
Ik word snel hysterisch.
I get hysterical easily.
Hij spreekt te snel.
He talks too fast.
Hij komt snel.
He will come soon.
Ik word snel verkouden.
I tend to catch colds.