Vertaling van snuit

Inhoud:

Nederlands
Engels
snuit {zn.}
muzzle
snout 
slurf, snuit, olifantssnuit, tromp {zn.}
stigma
trunk 
snout 
proboscis
snoet [m] (de ~), snuit [m] (de ~) {zn.}
snout
neb
gezicht [o] (het ~), aangezicht [o] (het ~), aanschijn, facie [m] (de/het ~), fieselefacie, fieselemie, gelaat [o] (het ~), ponem [o] (het ~), porem [o] (het ~), postzegel, smoelwerk [o] (het ~), snoet, snufferd, toet [m] (de ~), toetje, tronie [v] (de ~), smoel [m] (de ~), snuit [m] (de ~), bakkes [o] (het ~) {zn.}
face
human face
Vanuit de verte gezien zag het eruit als een menselijk gezicht.
Seen from a distance, it looked like a human face.
Zijn gezicht werd rood.
Her face turned red.
snuiten {ww.}
to snuffle
to snuff