Vertaling van span
Inhoud:
Nederlands
Engels
spanning , span, spanne, spanwijdte {zn.}
span
Ik kocht een paar laarzen.
I bought a pair of boots.
Het paar besloot een wees te adopteren.
The couple decided to adopt an orphan.
span {zn.}
span
span , bespanning, gespan {zn.}
team
spannen, bespannen, inspannen, tuigen, optuigen, voorspannen {ww.}
to yoke
to span
to harness
to span
to harness
<span class="vperson">ik span>span
I yoke
» meer vervoegingen van to yoke
nauwer aanhalen, opwinden, spannen, strekken, uitrekken {ww.}
<span class="vperson">ik span>span
I tighten
» meer vervoegingen van to tighten
duo , span , stel, stelletje, tweespan {zn.}
twosome
duet
duo
couple
duet
duo
couple
spannen {ww.}
to tense
to tense up
to strain
to tense up
to strain
wringen, knellen, spannen {ww.}
to nip
to pinch
to squeeze
to tweet
to twinge
to twitch
to pinch
to squeeze
to tweet
to twinge
to twitch
<span class="vperson">ik span>span
I nip
» meer vervoegingen van to nip
spannen {ww.}
to fasten
to tighten
to tighten
<span class="vperson">ik span>span
I fasten
» meer vervoegingen van to fasten
inspannen, spannen {ww.}
to inspan
<span class="vperson">ik span>span