Vertaling van spannen
Inhoud:
Nederlands
Engels
spannen, bespannen, inspannen, tuigen, optuigen, voorspannen {ww.}
to yoke
to span
to harness
to span
to harness
wij spannen
jullie spannen
zij spannen
we yoke
you yoke
they yoke
» meer vervoegingen van to yoke
spannen {ww.}
to tense
to tense up
to strain
to tense up
to strain
nauwer aanhalen, opwinden, spannen, strekken, uitrekken {ww.}
wij spannen
jullie spannen
zij spannen
we tighten
you tighten
they tighten
» meer vervoegingen van to tighten
spannen {ww.}
to tighten
to fasten
to fasten
wij spannen
jullie spannen
zij spannen
we tighten
you tighten
they tighten
» meer vervoegingen van to tighten
wringen, knellen, spannen {ww.}
to twitch
to twinge
to tweet
to squeeze
to pinch
to nip
to twinge
to tweet
to squeeze
to pinch
to nip
wij spannen
jullie spannen
zij spannen
we twitch
you twitch
they twitch
» meer vervoegingen van to twitch
inspannen, spannen {ww.}
to inspan
duo , span , stel, stelletje, tweespan {zn.}
twosome
duet
duo
couple
duet
duo
couple
span , bespanning, gespan {zn.}
team