Vertaling van spit

Inhoud:

Nederlands
Engels
braadspit [o], grill, spit {zn.}
roasting spit
spit [m] (de/het ~), lumbago [m] (de ~), verschot [o] (het ~) {zn.}
lumbar pain
lumbago
spit [o] (het ~), braadspit {zn.}
turnspit
graven, spitten, woelen {ww.}
to grub
to spade 
to dig 

ik spit
jij spit
hij/zij/het spit

I grub
you grub
he/she/it grubs
» meer vervoegingen van to grub

spitten {ww.}
to turn over
to delve
to dig
to cut into

ik spit
jij spit
hij/zij/het spit

I delve
you delve
he/she/it delves
» meer vervoegingen van to delve



Gerelateerd aan spit

braadspit - grill - lumbago - verschot - graven - spitten - woelenpijn - pin - graven