Vertaling van spruit
Inhoud:
Nederlands
Engels
Tom ziet jong uit.
Tom looks young.
De nacht is nog jong.
The night's still young.
spruit {zn.}
spout
spruit {zn.}
branch
limb
arm
limb
arm
ik spruit
jij spruit
hij/zij/het spruit
I arise
you arise
he/she/it arises
» meer vervoegingen van to arise
ik spruit
jij spruit
hij/zij/het spruit
I bud
you bud
he/she/it buds
» meer vervoegingen van to bud
spruiten, uitspruiten {ww.}
to sprout
ik spruit
koter , loot, spruit , kind {zn.}
child
kid
kid
Toen het kind de laatste PlayStation-software wilde, gedroeg hij zich als een verwend kind.
When the kid wanted the latest PlayStation software, he acted like a spoiled child.
Kind, raak niet aan de spiegel!
Kid, don't touch the mirror!
spruitjes, spruit {zn.}
brussels sprouts
loot , afzetsel, scheut , spruit , uitloper , lot , schoot, groei , rank , telg , poot {zn.}
shoot
uitspruiten, spruiten {ww.}
to bud
ik spruit
jij spruit
hij/zij/het spruit
I bud
you bud
he/she/it buds
» meer vervoegingen van to bud
afstammen, spruiten {ww.}
to come
to derive
to descend
to derive
to descend
ik spruit
jij spruit
hij/zij/het spruit
I come
you come
he/she/it comes
» meer vervoegingen van to come