Vertaling van star

Inhoud:

Nederlands
Engels
star, halsstarrig, onbuigzaam, volhoudend, weerbarstig {bn.}
inexorable
intransigent 
obdurate
relentless 
uncompromising
star, intransigent, rechtlijnig, rigide, verstard, strak, steil {bn.}
inflexible
rigid
unbending
houterig, star, stijf, stram, stug {bn.}
rigid 
stiff 
onbeweeglijk, star, vast {bn.}
fixed 
entrenched
star {bn.}
flat