Vertaling van steeds
Voorbeelden in zinsverband
Computers worden steeds verbeterd.
Computers are constantly being improved.
Verzamel je nog steeds postzegels?
Are you still collecting stamps?
De wereld verandert steeds sneller.
The world is changing more and more quickly.
Ik haat je nog steeds.
I still hate you.
Hij verliest steeds zijn paraplu.
He is always losing his umbrella.
Ik heb nog steeds honger.
I'm still hungry.
Is hij nog steeds hier?
Is he still here?
De werkaanbieding geldt nog steeds.
The job offer still stands.
Hij is nog steeds vol met energie.
He is still full of energy.
Ze hield nog steeds van hem.
She still loved him.
Tom is nog steeds in het ziekenhuis.
Tom is still in the hospital.
Tom vertrouwt Mary nog steeds niet.
Tom still doesn't trust Mary.
Mijn rug doet nog steeds pijn.
My back still hurts.
Ik heb nog steeds niets gevonden.
I still haven't found anything.
Ik hou nog steeds van je.
I still love you.