Vertaling van stijfheid

Inhoud:

Nederlands
Engels
stijfheid [v] {zn.}
rigour
houterigheid [v], stijfheid [v], stramheid [v], stugheid [v], stijfte {zn.}
stiffness
rigidity 
stijfheid [v] (de ~), stroefheid {zn.}
withdrawnness
remoteness
standoffishness
aloofness
stijfheid [v] (de ~), onbuigzaamheid, rigiditeit, stugheid {zn.}
stiffness
onhandigheid [v] (de ~), linksheid, lompheid, onbeholpenheid [v] (de ~), stijfheid [v] (de ~) {zn.}
slowness
maladroitness
ineptness
ineptitude
clumsiness
awkwardness