Vertaling van stippel

Inhoud:

Nederlands
Engels
punteren, spikkelen, stippelen {ww.}
to stud
to stipple
to punctuate

ik stippel

I punctuate
» meer vervoegingen van to punctuate

puntje, spikkel [m] (de ~), stippel [m] (de ~), tittel, punt [m] (de ~), stip [m] (de ~) {zn.}
point
dot
Ik was het op dat punt met hem eens.
I agreed with him on that point.
In Nederland is het de gewoonte dat, wanneer bij de bouw van een huis het hoogste punt bereikt is en de dakpannen gelegd kunnen worden, de opdrachtgever de bouwvakkers…
In the Netherlands, it is the custom that, when during the construction of a house the highest point has been reached and the roof is ready for tiling, the client treats…
stippelen {ww.}
to speckle
to bespeckle


Gerelateerd aan stippel

punteren - spikkelen - stippelen - puntje - spikkel - tittel - punt - stiprondje - voorzien