Vertaling van stort

Inhoud:

Nederlands
Engels
gieten, plengen, schenken, storten, vergieten {ww.}
to tip 
to scatter 
to shed 
to pour 

ik stort
jij stort
hij/zij/het stort

I tip
you tip
he/she/it tips
» meer vervoegingen van to tip

storten, strooien {ww.}
to tip 
to pour 
to pour out
to dump 

ik stort
jij stort
hij/zij/het stort

I tip
you tip
he/she/it tips
» meer vervoegingen van to tip

betalen, dokken, storten, uitbetalen, uitkeren, voldoen {ww.}
to pay 
to ante up

ik stort
jij stort
hij/zij/het stort

I pay
you pay
he/she/it pays
» meer vervoegingen van to pay

vuilnisbelt [m] (de ~), afvalstort, asbelt, ashoop, asvaalt, deponie, stort [m] (de/het ~), vuilstortplaats [m] (de ~), afvalhoop [m] (de ~) {zn.}
trash pile
scrapheap
trash heap
rubbish heap
refuse heap
junk pile
junk heap
garbage heap
storten {ww.}
to step on it
to rush along
to speed
to race
to rush
to hotfoot
to pelt along
to hie
to hasten
to cannonball along
to bucket along
to belt along

ik stort
jij stort
hij/zij/het stort

I speed
you speed
he/she/it speeds
» meer vervoegingen van to speed

storten, dumpen {ww.}
to plonk down
to plump down
to plank down
hozen, plasregenen, sausen, slagregenen, storten, stortregenen, gieten, plenzen, zeiken {ww.}
to stream
to rain cats and dogs
to pour
to rain buckets
to pelt

ik stort
jij stort
hij/zij/het stort

I pour
you pour
he/she/it pours
» meer vervoegingen van to pour

overmaken, overboeken, overschrijven, remitteren, storten {ww.}
to transfer

ik stort
jij stort
hij/zij/het stort

I transfer
you transfer
he/she/it transfers
» meer vervoegingen van to transfer

U kunt via internetbankieren uw betaling aan ons overmaken.
You can make your payment via an online bank transfer.
storten, neerstorten {ww.}
to crash

ik stort
jij stort
hij/zij/het stort

I crash
you crash
he/she/it crashes
» meer vervoegingen van to crash

storten, werpen {ww.}
to absorb
to engross
to engulf
to immerse
to plunge
to soak up
to steep

ik stort
jij stort
hij/zij/het stort

I absorb
you absorb
he/she/it absorbs
» meer vervoegingen van to absorb

attaqueren, storten, aanvallen {ww.}
to assail
to savage

ik stort
jij stort
hij/zij/het stort

I assail
you assail
he/she/it assails
» meer vervoegingen van to assail