Vertaling van stoutheid

Inhoud:

Nederlands
Engels
durf [m], gedurfdheid [v], stoutheid [v], stoutmoedigheid [v], vermetelheid [v], lef {zn.}
boldness
daring
audacity 
ondeugendheid, stoutheid {zn.}
misbehaviour
misdeed
misbehavior
familiariteit [v] (de ~), stoutheid {zn.}
hardiness
daring
hardihood
boldness


Gerelateerd aan stoutheid

durf - gedurfdheid - stoutmoedigheid - vermetelheid - lef - ondeugendheid - familiariteitongehoorzaamheid - onbevangenheid