Vertaling van strik

Inhoud:

Nederlands
Engels
lis, lus, strik {zn.}
pom-pom
bow
knot 
breisteek [m], maas, steek, strik {zn.}
mesh
stitch 
loop
strik [m] (de ~) {zn.}
bowknot
bow
strikken {ww.}
to knot 

ik strik

I knot
» meer vervoegingen van to knot

strop [m] (de ~), strik {zn.}
loop
grummet
eyelet
grommet
cringle
valstrik, strik [m] (de ~) {zn.}
noose
snare
gin
strikken {ww.}
to tie

ik strik

strikken, lubben {ww.}
to lure
to tempt
to entice

ik strik

I lure
» meer vervoegingen van to lure

strikken, verstrikken {ww.}
to enmesh
to ensnarl
to mesh

ik strik

I enmesh
» meer vervoegingen van to enmesh



Gerelateerd aan strik

lis - lus - breisteek - maas - steek - strikken - strop - valstrik - lubben - verstrikkenknoop - lus - vangnet - knopen - bewerken - vangen