Vertaling van stuiten
Inhoud:
Nederlands
Engels
stuiten, ketsen, stuiteren, kaatsen {ww.}
to spring
to take a hop
to reverberate
to ricochet
to resile
to recoil
to rebound
to bound
to bounce
to take a hop
to reverberate
to ricochet
to resile
to recoil
to rebound
to bound
to bounce
wij stuiten
jullie stuiten
zij stuiten
we spring
you spring
they spring
» meer vervoegingen van to spring
aanhouden, keren, stilleggen, stilzetten, stoppen, stuiten {ww.}
wij stuiten
jullie stuiten
zij stuiten
we stop
you stop
they stop
» meer vervoegingen van to stop
Je moet stoppen met drinken.
You should stop drinking.
Ik kon Tom niet stoppen.
I couldn't stop Tom.
aanslaan, opspringen, stuiten, afstuiten, terugspringen {ww.}
wij stuiten
jullie stuiten
zij stuiten
we ricochet
you ricochet
they ricochet
» meer vervoegingen van to ricochet
stuit (mv. stuiten), stuitbeen {zn.}
coccyx
belemmeren, bemoeilijken, impediëren, stuiten, remmen {ww.}
to hinder
to stymy
to stymie
to obstruct
to embarrass
to blockade
to block
to stymy
to stymie
to obstruct
to embarrass
to blockade
to block
wij stuiten
jullie stuiten
zij stuiten
we hinder
you hinder
they hinder
» meer vervoegingen van to hinder
Niets zal mijn snood plan belemmeren.
Nothing will hinder my malicious plan.
aanlopen, opduikelen, stuiten, aantreffen, tegenkomen, opdiepen, opduiken {ww.}
to strike
to happen upon
to light upon
to discover
to fall upon
to come upon
to come across
to chance upon
to chance on
to attain
to happen upon
to light upon
to discover
to fall upon
to come upon
to come across
to chance upon
to chance on
to attain
wij stuiten
jullie stuiten
zij stuiten
we strike
you strike
they strike
» meer vervoegingen van to strike
stuit , staartbeen , stuitbeen , stuitje {zn.}
tail bone
coccyx
coccyx