Vertaling van sturen

Inhoud:

Nederlands
Engels
besturen, dirigeren, mennen, richten, sturen {ww.}
to drive 
to refer
to lead 
to head 
to conduct 
to steer 
to manage 
to guide 
to direct 

wij sturen
jullie sturen
zij sturen

we drive
you drive
they drive
» meer vervoegingen van to drive

Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
Did your uncle let you drive his car?
Ge kunt niet te oplettend zijn bij het besturen van een auto.
You cannot be too careful when you drive a car.
doen toekomen, sturen, opsturen, zenden, opzenden, verzenden {ww.}
to send 
to submit 
to remit
to transmit

wij sturen
jullie sturen
zij sturen

we send
you send
they send
» meer vervoegingen van to send

Gelieve ons meer informatie te zenden.
Please send us more information.
Kun je dat per e-mail sturen?
Can you send that by email?
sturen {ww.}
to operate
to control

wij sturen
jullie sturen
zij sturen

we operate
you operate
they operate
» meer vervoegingen van to operate

sturen {ww.}
to send
to direct

wij sturen
jullie sturen
zij sturen

we send
you send
they send
» meer vervoegingen van to send

We zouden Jordan naar het ziekenhuis moeten sturen.
We ought to send Jordan to the hospital.
Ik heb hem gevraagd ons het boek op te sturen.
I asked her to send us the book.
sturen {ww.}
to steer
to manoeuvre
to point
to maneuver
to manoeuver
to head
to guide
to direct
to channelize
to channelise

wij sturen
jullie sturen
zij sturen

we point
you point
they point
» meer vervoegingen van to point

besturen, sturen {ww.}
to drive 
to fly 
to steer 

wij sturen
jullie sturen
zij sturen

we drive
you drive
they drive
» meer vervoegingen van to drive

besturen, sturen {ww.}
to drive

wij sturen
jullie sturen
zij sturen

we drive
you drive
they drive
» meer vervoegingen van to drive

stuur [o] (het ~) {zn.}
wheel
steering wheel
Hij viel in slaap achter het stuur en had een ongeval.
He fell asleep behind the wheel and had an accident.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Kun je dat per e-mail sturen?

Can you send that by email?

Ik wil graag dit pakketje naar Canada sturen.

I'd like to mail this package to Canada.

We zouden Jordan naar het ziekenhuis moeten sturen.

We ought to send Jordan to the hospital.

Ik heb hem gevraagd ons het boek op te sturen.

I asked her to send us the book.

Ik moet niet vergeten haar de brief te sturen.

I have to remember to mail the letter.

Het is erg aardig van je om me zo'n mooi cadeau te sturen.

Thank you very much for sending me such a nice present.

Als ik je een spekje kon sturen, Trang, zou ik het doen.

If I could send you a marshmallow, Trang, I would.


Gerelateerd aan sturen

besturen - dirigeren - mennen - richten - doen toekomen - opsturen - zenden - opzenden - verzenden - stuurbedienen - verrichten - karren - aanwenden - stuurinrichting