Vertaling van surplus

Inhoud:

Nederlands
Engels
surplus {zn.}
plus
surplus
exces [o], overschot, surplus, teveel {zn.}
overabundance
overschot [o] (het ~), surplus [o] (het ~), teveel [o] (het ~), plus [m] (de/het ~) {zn.}
surplusage
nimiety
surplus
excess


Gerelateerd aan surplus

exces - overschot - teveel - plusdeel