Vertaling van tandarts

Inhoud:

Nederlands
Engels
tandarts [m] {zn.}
dentist 
Ken jij een goede tandarts?
Do you know a good dentist?
Hij is tandarts van beroep.
He is a dentist by profession.
tandarts [m] (de ~), bekkenbeul, smoelensmid {zn.}
dentist
tooth doctor
dental practitioner
Ge zoudt naar een tandarts moeten gaan.
You ought to see a dentist.
Tom heeft om half drie een afspraak bij de tandarts.
Tom has a dentist appointment at 2:30.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Hij is tandarts van beroep.

He is a dentist by profession.

Ken jij een goede tandarts?

Do you know a good dentist?

Ge zoudt naar een tandarts moeten gaan.

You ought to see a dentist.

Tom heeft om half drie een afspraak bij de tandarts.

Tom has a dentist appointment at 2:30.

Ze raadde hem aan de tandarts te gaan, maar hij zei dat hij daar niet genoeg tijd voor had.

She advised him to see the dentist, but he said that he didn't have enough time to do so.


Gerelateerd aan tandarts

bekkenbeul - smoelensmidarts