Vertaling van tegen
wij tegen
jullie tegen
zij tegen
we started
you started
they started
» meer vervoegingen van to start
to move
to travel
to locomote
wij tegen
jullie tegen
zij tegen
we went
you went
they went
» meer vervoegingen van to go
Voorbeelden in zinsverband
Hij loog tegen ons.
He told us a lie.
Schreeuw niet tegen me.
Don't yell at me.
Spreekt ge tegen mij?
Are you talking to me?
Zeg niets tegen mijn vriendje.
Don't tell my boyfriend.
Ze hebben tegen je gelogen.
They lied to you.
Lincoln was tegen de slavernij.
Lincoln was opposed to slavery.
Praat niet zo tegen hem.
Don't speak to him like that.
Ik ben tegen dit project.
I am against this project.
Judy is aardig tegen iedereen.
Judy is kind to everyone.
Zeg "Dag" tegen uw vrienden.
Say hello to your friends.
Ik reed tegen een boom.
I ran into a tree.
Ik vocht tegen de slaap.
I fought against sleep.
Wees beleefd tegen je ouders.
Be polite to your parents.
Ze was heel aardig tegen iedereen.
She was very kind to everyone.
Hij beloofde dat tegen niemand te zeggen.
He promised not to tell that to anyone.