Vertaling van ticket
Inhoud:
Nederlands
Engels
ticket , vliegticket {zn.}
air ticket
Vergeet het kaartje niet.
Don't forget the ticket.
Ik heb geen ticket.
I don't have a ticket.
ticket , passagebiljet {zn.}
ticket
Uw ticket, alstublieft.
Please show your ticket.
Waar heeft u het ticket gekocht?
Where did you buy the ticket?
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Ik heb geen ticket.
I don't have a ticket.
Uw ticket, alstublieft.
Please show your ticket.
Waar heeft u het ticket gekocht?
Where did you buy the ticket?
Het ticket is geldig tot en met maandag.
The ticket is good through Monday.
Ik heb ze gezegd dat ze me nog een ticket moeten opsturen.
I told them to send me another ticket.