Vertaling van toneelspelen

Inhoud:

Nederlands
Engels
toneelspelen, acteren, spelen {ww.}
to play
to represent
to act

ik zal toneelspelen
jij zult toneelspelen
hij/zij/het zal toneelspelen

I will play
you will play
he/she/it will play
» meer vervoegingen van to play

Kinderen moeten spelen.
Children need to play.
Wij spelen dikwijls schaak.
We often play chess.
aanstellen, komediespelen, acteren, toneelspelen {ww.}
to lard
to pad
to embellish
to embroider
to dramatize
to dramatise
to blow up
to aggrandize
to aggrandise

ik zal toneelspelen
jij zult toneelspelen
hij/zij/het zal toneelspelen

I will lard
you will lard
he/she/it will lard
» meer vervoegingen van to lard

toneelstuk [o] (het ~), stuk [o] (het ~), theaterstuk [o] (het ~), toneelspel [o] (het ~), spel, drama [o] (het ~) {zn.}
play
dramatic play
drama
Wie neem je mee naar het toneelstuk?
Who are you bringing to the play?
Zij speelde voor het eerst in een toneelstuk.
She acted in a play for the first time.


Gerelateerd aan toneelspelen

acteren - spelen - aanstellen - komediespelen - toneelstuk - stuk - theaterstuk - toneelspel - spel - dramaperformen - doen - toneelspelen - werk - bedrijf - toneel